Voedselverspilling: alleen meten is niet genoeg!

De overheid wil eind 2015 de voedselverspilling met 20 % gereduceerd hebben ten opzichte van 2009. De afgelopen jaren is er veel tijd gestoken in het monitoren van verspilling, maar concrete maatregelen zijn nog niet genomen. Volgens Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber kan er nog veel actie ondernomen worden tegen voedselverspilling. Ze beschreef de mogelijke initiatieven vorig jaar in een nota. Daarin noemt ze onder andere de houdbaarheidsnormen en –data van producten en de onduidelijkheid omtrent het doneren van voedsel als boosdoeners.

Twee-uursnorm
De twee-uursnorm betekent dat je verse producten, zoals belegde broodjes, maximaal twee uur buiten de koeling mag bewaren. Daarna moet je ze weggooien. Ze pleit voor een verlenging tot vier uur. 'In bijvoorbeeld Spanje, waar het warmer is, en in Engeland mogen broodjes ook vier uur buiten de koeling. Waarom kan het daar wel en in Nederland niet?' Ze vraagt de staatssecretaris om te laten onderzoeken of de vieruursnorm in ieder geval voor bepaalde producten mogelijk is. Dit vind ik een moeilijk onderwerp, omdat verspilling en hygiëne elkaar nogal eens bijten. We willen immers niet dat onze gasten ziek worden, omdat we werken aan verspilling. Ik denk dat we goed moeten kijken naar ons verbruik en de presentatie. Vul liever een keertje bij of maak producten op aanvraag. In onze bedrijfsrestaurants hebben we daar speciale signing voor, bijvoorbeeld bij de belegde broodjes. Bordjes waarop staat: 'Ik ben niet op, vraag om mij vers te bereiden.'

THT-datum
Dik-Faber pleit voor minder strikte houdbaarheidsdata. Onderzoek toont aan dat vijftien procent van de verspilling door consumenten komt doordat zij de THT-datum (tenminste houdbaar tot) vaak verwarren met de TGT-datum (te gebruiken tot). Daarnaast zet Dik-Faber zich in voor het veranderen van de volgens haar onnodige verplichte vermelding van houdbaarheidsdata op verpakte verse producten. Hoewel ik dit laatste standpunt lastig vind, ben ik ervoor om de houdbaarheidsdatum nog eens kritisch te bekijken. We kunnen hier wel een slag slaan. Veel producten zijn na de THT-datum nog prima houdbaar. Denk maar eens aan zout en suiker. Laat je zintuigen hierbij een grotere rol spelen: beoordeel hoe iets ruikt en smaakt voordat je het weggooit.

Moties
Verder zet Dik-Faber zich in voor fiscale regelingen die het aantrekkelijker maken om voedsel te hergebruiken of weg te geven en voor een meldpunt Voedselverspilling voor consumenten. Uiteindelijk zijn er vijf moties ingediend: over de ongekoelde presentatie van levensmiddelen, de Annex 10 (de lijst met producten waar helemaal geen houdbaarheidsdatum meer op hoeft), over de aanpassing van de afvalstoffenrichtlijn, over meer bindende maatregelen om voedselverspilling tegen te gaan in de voedselketen en over de verplichtingen voor supermarkten om voedselverspilling binnen hun bedrijfsvoering te meten en transparant te maken voor hun klanten. Ik ben benieuwd naar het vervolg!

Hutten pakt verspilling aan!
Het afgelopen jaar is er bij Hutten heel hard gewerkt om de verspilling te reduceren. De belangrijkste stappen die wij hebben gezet: nog meer samenwerken, meer inzicht krijgen in het verbruik, bewustwording creëren en dagelijks schakelen voor betere resultaten. Ik ben een voorstander van landelijke maatregelen . Wetten en regelgeving kunnen een bijdrage leveren. Zelf ben ik echter meer van het ondersteunen van ondernemers die zich vrijwillig inzetten voor verspilling: ondersteun en investeer in bedrijven die het verschil maken. Alleen meten en transparant maken van cijfers is wat mij betreft niet genoeg.

Edith Jansen-Bart is No Waste Coördinator bij Hutten. Wil je meer weten over wat Hutten doet op het gebied van verspilling? Neem dan eens contact op met Edith: edith.jansen@hutten.eu

Binnenkort vertellen we je meer over onze te openen verspillingsfabriek, lees hier alvast meer. Wil je meedoen met de verspillingsfabriek? Neem dan contact op met Bob Hutten: bob.hutten@hutten.eu